Dwangmedicatie

Dwangmedicatie

KC21-046 10 januari 2022

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klager]
Klachtnummer  : KC21-046
Instelling : Pro Persona
Datum ontvangst : 29 december 2021
Schorsingsverzoek : gehonoreerd
Hoorzitting : 7 januari 2022
Datim uitspraak  : 11 januari 2022

 

  

Aanwezig bij de hoorzitting

[klager] (klager)

[pvp] (PVP)

 

[verweerder] (verweerder)

[verweerster] (SPV ambulant)

 

[voorzitter] (voorzitter klachtencommissie)

[psychiater] (psychiater)  `

[lid] (lid)

 

[ambtelijk secretaris] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Juridische status

Zorgmachtiging

 

 

Klacht

Medicatie

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 29 december 2021 een klacht ontvangen inzake medicatie als onderdeel van de verplichte zorg. Dezelfde dag zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor de hoorzitting. Het verweer is op 4 januari 2022 per mail naar betrokkenen gezonden.     

De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 7 januari 2022. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de volledige uitspraak uiterlijk op 11 januari 2022 schriftelijk naar partijen gezonden zal worden.      

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht;

-           Verweerschrift;

-           Beslissing verlenen verplichte zorg d.d. 28-12-2021;

-           Medische verklaring d.d. 28-10-2021;

-           Bevindingen GD d.d. 11-11-2021;

-           Zorgmachtiging d.d. 23-12-2021;

-           Informatiebrief verplichte zorg d.d. 28-12-2021;

-           Zorgplan d.d. 28-10-2021;

-           Zorgkaart d.d. 9-11-2021;

-           Rapportage vpk periode 28-12-2021 t/m 30-12-2021;

-           Decursus periode 23-12-2021 t/m 30-12-2021.

 

 

Termijn

Het klaagschrift bevat een klacht tegen verplichte zorg als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klacht heeft betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 11 januari 2022.

 

Feiten

Het betreft een [leeftijd]-jarige man bekend met een bipolaire stoornis en gevoeligheid voor psychotische ontregelingen. Klager is sinds 28-12-2021 opgenomen op de gesloten kliniek volwassenen van Pro Persona [locatie] voor het instellen op adequate depot medicatie. In het verleden is klager meermaals manisch psychotisch ontregeld.

Op 23 december 2021 is een zorgmachtiging afgegeven voor de duur van 6 maanden.                    

 

Standpunten van partijen

Op verzoek van klager is er een tolk aanwezig.

Klager begint zijn betoog met een terugblik op zijn medische geschiedenis in Nederland. De problemen zijn begonnen naar aanleiding van de oorlog in [land]. Tijdens zijn behandeling in Nederland heeft hij zoveel veel medicijnen gekregen, aldus klager, dat hij suïcidepogingen heeft gedaan. Hij heeft ook geen vertrouwen in de diagnose die is gesteld. Klager zou graag in [land] verder behandeld worden maar dat is tot op heden niet gelukt.  

PVP vult aan dat klager vindt dat hij geen gevaar is voor zichzelf en anderen en ook geen groepsontwrichtend gedrag vertoont. Hij heeft wel ziekte-inzicht maar hij is niet ziek. Hij heeft wel wat behandeling nodig maar die heeft hij al. Klager heeft last van bijwerkingen van de medicatie, zoals diarree en maagklachten. Hij wordt erg suf van de medicatie en voelt zich daardoor erg beperkt in zijn mogelijkheden. Hij houdt erg van lezen maar kan dagelijks geen 100 bladzijden meer lezen. Klager heeft op eigen initiatief een week alternatieve medicatie gebruikt. Dit heeft hij als rustgevend en prettig ervaren. 

 

Verweerder licht toe dat hij tijdelijk is betrokken bij de behandeling van klager. Hij kent klager niet goed. Tijdens de zitting blijkt dat verweerder ook de [land] taal beheerst. Verweerder geeft aan dat klager vanuit FACT is verwezen naar de kliniek. Klager denkt dat de opname is ingezet vanuit de kliniek. Dit is niet het geval aldus verweerder. Behandelaren bij FACT hebben klager laten opnemen omdat hij erg ontregeld was. Het doel van opname is het instellen op depotmedicatie. Tijdens eerdere periodes van ernstige ontregeling, als gevolg van maniforme psychoses, is klager zijn huis, werk en sociale contacten kwijtgeraakt aldus de verweerder van FACT. De laatste opname was een jaar geleden. Klager kreeg toen stemmingsstabilisatoren en antipsychotica. Bij [naam organisatie] heeft klager zijn leven stap voor stap weer opgebouwd. Voor de huidige opname verbleef klager bij [organisatie]. Hij was ook weer aan het werk. Door de actuele ontregeling is klager weer alles kwijtgeraakt. Voor opname gebruikte klager Olanzapine en Depakine. Omdat het vermoeden bestond dat klager alleen een bipolaire stoornis zou hebben, is de Olanzapine gestopt. Helaas bleek dit niet het geval en veranderde het toestandsbeeld van klager na een tijd weer aldus verweerder. Toen hij begon te ontregelen was hij daar niet meer op aanspreekbaar en weigerde antipsychotica. Momenteel gebruikt klager weer Abilify aldus verweerder. Dat heeft hij eerder ook gehad. De intentie is om Abilify in depot te gaan verstrekken. Omdat klager nu in een maatschappelijke opvang verblijft zonder directe begeleiding is orale medicatie geen optie, aldus verweerder.

 

Tijdens de hoorzitting zegt klager te hechten aan de mening van de onafhankelijk psychiater van de klachtencommissie en geeft aan daarom bereid te zijn de voorgestelde medicatie een paar weken te proberen. Voorwaarde is wel dat hij zijn vrijheid behoudt en niet opgesloten wordt in een ruimte.

PVP vult aan dat, als klager akkoord gaat met het voorstel, er wel afspraken gemaakt moeten worden over de duur en evaluatiemomenten. Ook vraagt hij om aandacht voor het zoveel mogelijk beperken van de bijwerkingen.

 

Op een opmerking van de commissie dat er geen termijn voor verplichte zorg is opgenomen in de aanzeggingsbrief antwoordt verweerder dat dit klopt. Er wordt uitgegaan van de periode die in de zorgmachtiging is bepaald. Als het herstel sneller gaat kan klager ook eerder met ontslag aldus verweerder. Er vinden regelmatig afstemming met FACT plaats over de lopende zorg.

 

Tijdens de zitting blijkt dat klager informatie soms anders interpreteert dan door behandelaren bedoeld wordt. Dit is een communicatieprobleem en verweerder geeft aan dat er vaker een tolk ingeschakeld zal worden om dit te voorkomen.  

 

             

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klacht is gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg zorgmachtiging zoals bedoeld in artikel 8.9 Wvggz is de klacht ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klager is een [leeftijd] jarige man, bekend met een bipolaire stoornis en psychotische ontregelingen. Klager klaagt over de aangekondigde verplichte toediening van medicatie, specifiek in de vorm van een depot. De gevraagde schorsing van toediening medicatie is toegekend tot aan de hoorzitting.

Klager vindt zichzelf niet ziek en ziet geen gevaar voor zichzelf of anderen. Klager klaagt over de bijwerkingen van medicatie, duizeligheid, maagpijnklachten, hij mist de concentratie om te lezen

en de medicatie belemmert hem om doelen te behalen. Klager is in het verleden vaker manisch psychotisch ontregeld, in 2016, 2018 en 2020 waarbij hij woning, werk en sociaal netwerk is kwijtgeraakt. Klager ontregelt nu in toenemende mate en is nu opgenomen in de gesloten kliniek om ingesteld te worden op medicatie. Verweerder is voornemens om klager medicatie toe te dienen, depot met Aripiprazol. Tijdens de hoorzitting heeft klager aangegeven dat hij bereid is om orale medicatie te nemen. Verweerder heeft een beslissing verlenen verplichte zorg uitgereikt aan klager, echter daarin geen termijn voor de verplichte zorg opgenomen.

De commissie ziet de medische noodzaak van de antipsychotica om ernstig nadeel te voorkomen bij klager. Dat maakt dat de klacht ongegrond is.

 

Aanbeveling: onder bindende voorwaarden tot overeenstemming komen met klager en een proefperiode vaststellen voor orale medicatie in klinische setting met bloedwaarde bepaling. Mocht dat niet lukken kan overgegaan worden tot depot. Klager heeft tijdens de hoorzitting aangegeven bereid te zijn om orale medicatie te nemen en zich aan de afspraken te houden.

 

Aanbeveling: In de beslissing verplichte zorg is geen termijn opgenomen voor de voorgenomen verplichte zorg. De commissie beveelt aan om deze termijn, in het kader van transparantie en informatievoorziening aan betrokkene, wel te benoemen.

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de medicatie ongegrond.

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten te Wolfheze, 11 januari 2022

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[voorzitter]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 4